Vertaal
Vertalingen aus dem Weg gehen DE>ES
aus dem Weg gehen (ww.) disentir (ww.) ; divergir (ww.) ; eludir (ww.) ; escaparse de (ww.) ; evadir (ww.) ; evadirse de (ww.) ; evitar (ww.) ; rehuir (ww.) ; sortear (ww.)
Bron: interglot

Voorbeeldzinnen met `aus dem Weg gehen`
Voorbeeldzinnen laden....